Stel je voor dat je hoofd een huis is, en ergens bovenin zit een zolder. Op die zolder bewaar je allerlei herinneringen aan dingen die je hebt meegemaakt: foto’s, dozen, oude spullen.
De meeste herinneringen staan netjes opgeborgen in dozen, gelabeld en dicht. Je kunt erbij wanneer je dat wilt, maar meestal staan ze gewoon rustig op hun plek.
Maar soms gebeurt er iets heel heftigs in je leven. Dit kan een ongeluk zijn, geweld, verlies of iets anders ingrijpends. Zo’n ervaring wordt dan halsoverkop op de zolder gegooid, zonder dat er tijd was om het netjes op te bergen. De doos blijft openstaan, spullen liggen overhoop, er zijn dingen kapot. En telkens wanneer je langs die zolder komt, valt die herinnering je weer aan: beelden, gevoelens, geluiden.
Misschien weet je niet eens precies wat er ligt, maar je voelt dat er iets mis is. Alsof je steeds struikelt over iets wat je niet goed kunt zien.
EMDR is als een zolder-opruimdienst. Samen gaan we voorzichtig kijken wat er ligt. Je hoeft niet alles vast te pakken of tot in detail te vertellen. Je kijkt gewoon even: “Wat ligt hier eigenlijk?”
En terwijl je dat doet, geef ik je een taak. Bijvoorbeeld lampjes op een lichtbalk volgen, een ritme tikken, luisteren naar tikjes via een koptelefoon
Je brein is dan met twee dingen tegelijk bezig:
de herinnering oproepen (dus even de doos opendoen),
en de afleiding volgen (die ruimte kost in je werkgeheugen).
Je kunt je geheugen voorstellen als een computer:
Het lange termijn geheugen is de harde schijf, waar herinneringen worden opgeslagen.
Het werkgeheugen is het tijdelijke werkblad (RAM), waar je brein dingen neerlegt waar je op dat moment iets mee doet.
Tijdens EMDR halen we de herinnering even van de harde schijf en leggen we hem op het werkblad, je werkgeheugen. Je ziet het beeld en voelt wat het met je doet. Maar tegelijkertijd geef ik je een taak, bijvoorbeeld oogbewegingen. Dit vraagt ook ruimte in je werkgeheugen.
Omdat je werkgeheugen niet onbeperkt is, blijft er minder ruimte over voor de emotionele lading van de herinnering. Die verliest kracht en de spanning vermindert.
Wanneer dat gebeurt, kun je naar datzelfde plaatje kijken zonder dat je overspoeld wordt. En als dat lukt, bergen we het weer op. Maar dan rustiger en overzichtelijker. De doos gaat dicht. Het label komt erop: “Heftig, maar het is voorbij.”
Soms is de gebeurtenis op de zolder zo pijnlijk, dat alleen opruimen niet genoeg is. Alsof je een doos opent en er iets in ligt dat nooit zo had mogen gebeuren.
In zulke gevallen doen we soms iets extra’s: we herschrijven het verhaal in je verbeelding. Dat noemen we imaginaire rescriptie.
Stel je voor dat we samen bij een open doos staan. In die doos ligt een herinnering aan iets moeilijks, misschien iets wat jij als kind hebt meegemaakt. Je kijkt ernaar en voelt wat het met je doet.
Dan vraag ik je om iets te veranderen wat er in die herinnering gebeurt.
Bijvoorbeeld:
Dat er iemand binnenkomt die jou helpt of beschermt.
Dat jijzelf nu, als volwassene, iets zegt of doet wat je toen niet kon.
Dat de situatie anders afloopt: veiliger, eerlijker, rechtvaardiger.
Je fantaseert dit niet om het mooier te maken dan het was, maar omdat je brein alsnog verwerkt wat toen ontbrak. Je geeft jezelf, in gedachten alsnog wat je toen nodig had.
Het is bijna alsof je niet alleen de rommel opruimt, maar ook een beschadigde herinnering herstelt. Je verandert de feiten niet, maar wel hoe je brein het verhaal ziet.
Veel mensen vragen zich af: “Doe ik het wel goed?”
Het goede nieuws is: je kunt EMDR en imaginaire rescriptie niet fout doen.
Je hoeft alleen maar:
de instructies te volgen,
te zeggen wat er in je opkomt,
en het proces zijn werk te laten doen.
Wat er in je opkomt is altijd goed. Zelfs als het iets waarvan je denkt dat het nergens op zou slaan, zoals “pizza met kaas”. Je zegt het gewoon. Daarna krijg je weer de volgende stap. Je hoeft niks logisch te maken, niks te verklaren. Het is jouw brein dat zijn eigen weg vindt.
Iedereen reageert anders op een sessie. Het kan zijn dat je je na afloop moe voelt, wat duizelig bent, of juist onrustig slaapt, met dromen die wat meer naar de oppervlakte komen. Maar het kan ook de andere kant op: sommigen voelen zich meteen lichter, helderder, of slapen daarna juist beter.
Wanneer je de behandeling hebt afgerond is de zolder is er nog steeds. De herinneringen zijn er nog. Maar ze roepen niet meer zo hard. En jij bepaalt wanneer je ernaar wil kijken. Advies
Advies: plan niet te veel activiteiten na een sessie. Geef jezelf de ruimte om bij te komen. Een stukje wandelen of sport kan helpen om alles wat in beweging is gezet te laten landen.
Gebruik geen alcohol, drugs of dempende medicatie tijdens, voor en na de therapie. Dit dat kan het proces ernstig verstoren. Luister naar je lijf, en neem je eigen tempo serieus.